Vandaag heb ik de eerste telling kunnen doen voor voeren en beloeren. Vergeleken met vorig jaar is het wat magderder met 51 individuen uit 14 soorten, vorig jaar had ik 75 individuen uit 17 soorten. Ook de samenstelling is nogal verschillend want holenduif, boomklever, matkop, keep en staartmees mis ik nog. Hopelijk krijg ik die morgenvroeg nog tezien en kan ik de weekendtelling volledig maken. De mezen wisten onder de stralende zon soms niet goed of ze nu moesten eten of vechten want het imponeergedrag en gezang was niet uit de lucht. Ook de zanglijster was 's morgens aan 't zingen met winterkoning en heggenmus. Er zijn al enkele honderden tellingen binnengekomen, alle waarnemingen zijn noodzakelijk om een goed overzicht te krijgen, ook die uit tuinen waar minder vogels zitten. Leuk was dat er zowel een mannetje, met de rode nekvlek, als een vrouwtje grote bonte specht naar het pindanetje kwamen. De vinkenmannetjes hebben ook wat pluimen verloren bij de onderlinge gevechten.
zaterdag 3 februari 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
hier meer vinken dan vorig jaar,ze schijnen wel snel ruzie te hebben onder elkaar. de bonte specht komt in de buurt van de voedertafel,maar eet niks.
dan nog de eekhoorn,die hier al jaren zit.hij heeft een speciale voederplaats,onder de okkernotenboom leg ik wat okkernoten,hij komt er iedere dag twee halen,ook al leg ik er meer,hij neemt er maar twee.
Net mijn telgegevens doorgestuurd, een mager 'beestje' in vergelijking met vorig jaar. In het bos (vanmorgen vroeg gaan wandelen) gonst het echter van de activiteit. Allerlei mezen, gaaien, merels, ... ze voelen al allemaal de lentekriebels. Mooi is het als een roodborst een hele tijd met je meevliegt in de struiken, net alsof hij er zeker van wil zijn dat je niks verkeerds in je schild voert.
De sierduiven van mijn buurman zijn overigens ook heel erg blij met mijn voederplek. Geen probleem: ze eten hun buikje rond, maar de andere vogels kunnen ondertussen ook gerust hun gang gaan. Van agressiviteit is er geen sprake. Dat is wel even anders als groenlingen en koolmezen elkaar treffen. De slimste lijkt mij de pimpelmees: ze speelt de spreekwoordelijke derde hond en wacht heel opportunitisch haar kans af. Zelden moet ze zonder eten de voederplek verlaten. Klein maar dapper.
't Is altijd leuk de vogels bezig te zien. Zij krijgen dagelijks voedsel aangeboden. Op voedertafels, zaadzakjes, strooisel, enz...
Daardoor hebben wij dagelijks bezoek van de heel wat gevederde vriendjes, zelfs ondanks de zachte winter.
Wij zijn veel later dan andere jaren beginnen voederen, eind december pas. In het begin kregen we ook nog veel minder bezoek, maar nu moeten we toch dagelijks de voederplaatsen bijvullen. Wij hebben minder soorten dan vorig jaar, toen was het heel koud. De aantallen zijn ongeveer gelijk, behalve dat wij terug huismussen konden tellen! Ook spreeuwen hebben we voor het eerst, in groot aantal, op bezoek gehad. Wat kan hiervan de oorzaak zijn?
Een reactie posten