Elke vogel eet zoals hij gebekt is. Je kan meer soorten en grotere aantallen verwachten als je variatie aanbiedt in de vorm van onkruidzaden, zonnebloempitten, vetblok, pindanoten of fruit en door op meer plaatsen te voederen. Zaad en vet bevat veel energie per gram, meer dan in regenwormen en insecten. Je tuinvogels krijgen dus snel de levensnoodzakelijke vetten en voedingsstoffen binnen. Let er wel op dat je de hoeveelheid voeder aanpast aan het aantal bezoekers, zorg ervoor dat voer niet langer dan een week onaangeroerd blijft. Geraakt het niet op, voer dan minder of experimenteer met een ander soort van voer. Een voederbuis of voederhokje kan je eenvoudig ophangen in een boom of struik en wordt druk bezocht door vinken en mezen. Een pindasilo met draad zorgt ervoor dat de vogels niet kunnen wegvliegen met een hele pinda en dus heb je langer kijkplezier.
Merel, roodborst, heggenmus en vink pikken graag voer van de grond. Maak een plaatsje vrij van bladeren en gras om gemengd zaad, zonnebloempitten en een opengesneden appel te voederen.
2 opmerkingen:
Sedert vorig jaar geef okkernoten van vorig seizoen, geplat en fijn gemaakt. Een 40 tal ringmussen komen er iedere dag om ruzie maken.
testje om te zien of alles nog werkt
Een reactie posten